Voor mensen met autisme kan de werkomgeving een unieke uitdaging zijn. Omdat indrukken intens binnenkomen en de verwerking ervan trager gaat, zijn mensen met autisme bevattelijker voor burn-out klachten. Daarnaast kunnen ze zich onbegrepen voelen door hun omgeving. Begrip voor en kennis over autisme maken daarom veel verschil. Hier wordt beschreven hoe je autisme op werk kunt herkennen, en wat je kunt doen om mensen met autisme zich prettig te laten voelen binnen de werksfeer.
Wat is autisme?
De vraag wat autisme precies inhoudt, is niet één-op één te beantwoorden. Iedere persoon is uniek, en daarmee is het ook uniek hoe mensen autisme ervaren. Wat wel vaststaat, is dat mensen met autisme informatie op een andere manier in de hersenen verwerken dan mensen zonder autisme. Wanneer er teveel prikkels op ze afkomen, kan dat overweldigend aanvoelen. Daardoor kan de context verloren gaan, of is er tijd nodig om de prikkels te verwerken voor er adequaat gereageerd kan worden. Onverwachte situaties, bijvoorbeeld, vergen voor mensen met autisme veel aanpassingsvermogen. Daardoor kunnen zaken die voor een ander vanzelfsprekend zijn als een lastige situatie ervaren worden. Voortdurende overbelasting en overprikkeling maakt dat mensen met autisme vast kunnen lopen op hun werk of psychische en fysieke klachten kunnen ervaren. Door een aantal redelijk eenvoudige aanpassingen kan het voor een medewerker met autisme veel makkelijker gemaakt worden.
Hoe herken je autisme op de werkvloer?
Mogelijke signalen dat een werknemer autisme heeft, is moeite hebben met sociale regels en omgangsvormen op het werk. Dit kan leiden tot onbegrip van collega’s. Ook in geval van verandering kan autisme merkbaar zijn: waar anderen er minder moeite mee hebben, kost het voor een werknemer met autisme vaak tijd om met een verandering om te gaan. Omdat autisme een langere informatieverwerking vergt, kan het werktempo beïnvloed worden. Anderzijds kan iemand met autisme ook juist heel gefocust zijn, waardoor het werk juist relatief snel gaat. De medewerker zal er veel baat bij hebben dat werktempo enigszins zelf te bepalen: druk uitoefenen zal tot extra prikkels leiden en daardoor een averechts effect hebben. Bovendien zal iemand met autisme gevoeliger zijn voor prikkels, te denken aan de temperatuur van het pand, de verlichting, geluiden of sterke geuren.
Hoe ga je het beste om met een werknemer met autisme?
Omdat elke medewerker met autisme uniek is, is de beste stap om simpelweg eerlijk en open te communiceren. Waar heeft de werknemer in kwestie behoefte aan? Wat zou ervoor zorgen dat hij of zij goed kan blijven functioneren in het werkverband? Blijf dit ook regelmatig doen, en evalueer op verschillende momenten hoe het gaat. Heel belangrijk is daarbij dat het niet alleen bij luisteren blijft, maar dat er ook daadwerkelijk aanpassingen gedaan worden. Denk daarbij aan het creëren van een rustige werkplek, en een overzichtelijke planning van het takenpakket. Ook heel belangrijk is dat de communicatie duidelijk en compleet is. Geef een helder beeld van wie wat waar gaat doen, wanneer en hoe. Verander daarin niet zomaar en onverwachts. Door het creëren van een rustige, heldere en grijpbare werkomgeving, zal de werknemer met autisme zich ten beste kunnen ontwikkelen.