In gesprek met... Jan Frits van 't Zand
Jan Frits van ‘t Zand is een breed opgeleide coach die mensen helpt bij het vinden van zingeving en zelfvertrouwen in uiteenlopende vraagstukken. Na ruime ervaring in techniek en consultancy werkt hij nu alleen nog één op één met mensen van alle leeftijden met totaal verschillende verhalen. Hij haalt zijn voldoening uit nieuwe ervaringen, nieuwe plaatsen, nieuwe muziek, nieuwe gerechten en vooral nieuwe verhalen. Zijn aanpak is meer gericht op het vinden van wat wel werkt dan onderzoeken wat het probleem precies is.
Met welke klachten kunnen mensen bij jouw praktijk terecht?
Mensen komen bij me met vragen over leven en loopbaan. De één heeft geen plezier meer in het werk en wil iets anders, een ander loopt vast in communicatie in een relatie en weer een ander is op de terugweg na een burn-out en is bang voor terugval. Vaak heeft de vraag iets te maken met zingeving of zelfvertrouwen. Beter communiceren begint bijvoorbeeld bij jezelf goed kennen en weten wat je te zeggen hebt. Het hoe is dan een stuk eenvoudiger.
Hoe ziet een coachingstraject eruit?
Het belangrijkste is dat we een goede werkrelatie hebben. Uit onderzoek blijkt dat een goede werkrelatie een zeer grote succesfactor is bij coaching. Daarom beginnen we altijd met een vrijblijvende kennismaking. Ik help mijn cliënten een beetje in de voorbereiding door ze een intakeformulier te laten invullen. Dat helpt om de gedachten te ordenen. Het echte begin is trouwens al eerder. Dat is het punt waarop iemand besluit een coach te gaan zoeken. Dat doe je als je iets wilt veranderen en denkt dat het anders kan. Dat is de allerbelangrijkste succesfactor van een coachtraject. Ik zou bij wijze van spreken kunnen beginnen met het feliciteren van de cliënt bij binnenkomst.
In de kennismaking hebben we het over de coachvraag, vertel ik iets over mijn aanpak en bekijken we dan of we een match hebben. Als dat zo is, maken we afspraken over onze samenwerking.
Een traject verloopt altijd onvoorspelbaar. Ik kan na een sessie bedenken waar we de volgende sessie mee zullen beginnen. Je zal zien dat er in de tussentijd iets is gebeurd dat perfect materiaal is om mee verder te werken en dan ga ik me niet laten leiden door mijn plan. We gaan aan de slag met wat er dan is.
Op een gegeven moment, gemiddeld na zes sessies, komt het moment dat de cliënt weet wat de volgende stap in het traject is en dat voor die volgende stap geen begeleiding van een coach meer nodig is. Dan geven we elkaar een hand en wens ik de cliënt veel succes en vooral veel plezier in het vervolg van het traject. Het ontwikkelingstraject loopt altijd door na afloop van het coachingstraject.
Ongeveer een half jaar na de laatste coachsessie neem ik altijd nog een keer contact op om te vragen hoe het gaat. Dat is een onderdeel van mijn evaluatiesysteem. Het antwoord op die vraag geeft me informatie over de effectiviteit van de coaching.
Je maakt in je coaching gebruik van Transactionele Analyse. Wat houdt dit precies in?
Transactionele Analyse (TA) is één van de richtingen uit de psychologie die ik gebruik. Bij TA gaat het over het interne gesprek tussen verschillende onderdelen van de menselijke geest. Zo heb je als volwassene bijvoorbeeld een kind, een ouder en een volwassene in je. Die delen kan je weer onderverdelen. Het interne kind en de interne ouder kunnen met elkaar in conflict zijn. De interne volwassene moet dan sterk genoeg zijn om het conflict te beheersen. Ook in communicatie met anderen komt soms, onbedoeld, het kind of de ouder in je aan het woord waardoor gesprekken moeizaam kunnen verlopen. Ook dan is het zaak om de volwassene in je de controle te laten houden. In TA gaat het ook over Script. Dat is gewoonte die je hebt aangeleerd om op een bepaalde manier te reageren op situaties waardoor je in een cirkel terecht komt die telkens dezelfde uitkomst heeft. Daardoor wordt die gewoonte weer versterkt, enzovoort. Het is goed om te beseffen dat zo’n gewoonte veranderd kan worden. Wat ik nu zeg is een hele beknopte en onvolledige weergave van wat Transactionele Analyse te bieden heeft.
Ik vind het ook belangrijk om te melden dat ik meerdere methoden gebruik, afhankelijk van wat er in een coachtraject gebeurt. Mijn basisaanpak is Oplossingsgericht werk, en verder werk ik soms systemisch, soms met Voice Dialogue, soms met technieken uit ACT en mindfulness. Het gaat erom dat de aanpak past bij de cliënt en bij het punt in het traject waar we aan het werk zijn.
Welke kwaliteiten moeten een goede loopbaancoach bezitten?
Ik wil mezelf geen loopbaancoach noemen. Als je een klassieke loopbaancoach zoekt, zal ik je verwijzen naar een gespecialiseerde coach, zoals bijvoorbeeld een Noloc-gecertificeerde coach.
Eigenschappen van een goede coach in het algemeen zijn volgen mij dat je goed moet kunnen aansluiten op het werk dat de cliënt te doen heeft. Natuurlijk moet je goed kunnen luisteren, maar je moet ook weten wanneer je moet adviseren, uitdagen of confronteren. Daarvoor heb je denk ik echte interesse nodig in mensen en het verhaal dat ze aan het ontwikkelen zijn.
Verder denk ik dat je als coach serieus met je eigen ontwikkeling bezig moet zijn. Een goede basisopleiding tot coach en daarna blijven doorleren. Daarbij zorgen dat je reflecteert op je functioneren en intervisie.
Geef een voorbeeld van hoe jij iemand binnen je praktijk succesvol hebt kunnen helpen…
Een man van rond de 35 met een goede baan in sales had steeds lastige gesprekken met een collega. Hij wilde aan de slag met gesprekstechnieken om de communicatie te versoepelen. Bij het lezen van zijn intakeformulier vroeg ik me al af hoe ik een succesvolle sales-man zou kunnen helpen met gesprekstechnieken. Eerder zou hij mij iets kunnen leren. Daarom vroeg ik hem tijdens de kennismaking of hij goed was in sales en hoe dat kon. Hij vertelde over hoe hij gesprekken voerde. Daarop vroeg ik hem wat er dan mis was met zijn gesprekstechnieken. Nou eigenlijk niets dus. Maar in de gesprekken met die collega gebeurde er steeds iets dat hem uit zijn evenwicht bracht waardoor hij onhandig ging reageren. Ik heb hem voorgesteld om dan samen te gaan uitzoeken wat er dan gebeurde en hoe hij ervoor zou kunnen zorgen dat hij in evenwicht bleef. In het korte traject zijn we aan de slag gegaan met een mindfulness-achtige manier van zijn eigen emoties te observeren. Toen hij doorkreeg welke emoties er gingen spelen in die lastige gesprekken hielp dat al een heel eind. Als je op tijd opmerkt dat een bepaalde emotie opkomt, kan je vaak je eigen reactie sturen in plaats van dat het je overkomt. Vervolgens gingen we analyseren hoe hij zich dan aangesproken voelde. Er was een deel van zijn interne ouder dat steeds werd aangesproken door de manier waarop de collega met hem in gesprek was. Toen hij dat doorkreeg, kon hij steeds meer vanuit zijn volwassen zelf zorgen voor betere communicatie. Een half jaar na de vierde en laatste sessie vroeg ik hem hoe het ging. Niet alleen liep de communicatie met die collega veel beter, in het sales-werk gingen dingen ook nog beter dan eerst doordat hij in gesprekken diagrammetjes voor zich kon zien van wat er gebeurde in de interacties. We waren allebei tevreden.
> Bekijk de praktijkpagina van Jan Frits van ‘t Zand op Balansportaal