Voelen door bokstherapie
In deze serie deel ik je mijn ervaring met bokstherapie. Ik vraag me af of ik vooraf had moet opschrijven waar ik precies aan wil werken. Mijn verhaal, in duidelijke lijnen. Dat ‘mijn woede de vrije loop laten’ niet helemaal de lading dekt.
Ja, ik heb zeker wat opgekropte woede te uiten. Maar er ligt zoveel meer achter. Ik wil mezelf toestaan om die woede te voelen, zonder loyaliteitsconflict.
Ook wil ik in mijn kracht gaan staan, mijn grens beter herkennen en aangeven. Zien wanneer ik verantwoording mag dragen en wanneer het bij een ander ligt. Mijn energie afschermen. Ik wil de kleine Eva vrij zetten. Ik wil leren te vergeven, de liefde die ik vaak voel ook voortzetten in de richting waar nu nog verwijt en onbegrip zit. Ik wil de kern van mijn paniek aankijken. Omgaan met triggers. En bovenal mijn lichaam laten spreken.
Toch besef ik dat het OK is om deze dag maar over me heen te laten komen, zonder controle te houden. Er is niet gevraagd om iets voor te bereiden, dus het zal vanzelf allemaal duidelijk worden. In mijn intentie boekje schrijf ik deze ochtend: voelen. De afgelopen 3 jaar heb ik hortend en stotend geleerd om te voelen, emoties toe te laten. Toch is woede een emotie die ik nog niet een plek heb gegeven. Dat is wat me af en toe verstikt. Maar het wéten dat ik de emotie mag toe laten, staat niet gelijk aan het werkelijk durven.
Ik vind het een beetje spannend. Wat kan ik ervan verwachten? Voel ik me op mijn gemak bij de therapeut, hoe gaat mijn lichaam reageren? Ik kan niet anders dan blanco de therapie in gaan. Onderweg naar Amsterdam bedenk ik een passende affirmatie en herhaal deze in mijn hoofd: Alles wat ik voel, mag er zijn. In het voelen van emotie zit mijn heling. Mijn lichaam laat het trauma los.
Zodra ik binnen loop bij Marcel, valt er wat spanning van me af. Ik ben op tijd dus mag even plaatsnemen. Ik lees een mooie tekst op de muur:
“Als ik geen geluid maak, niet beweeg, vergeet te ademen, en niet kan kijken, waar sta ik dan?” Tijdens de les wordt duidelijk hoezeer die tekst ook op mezelf toepasbaar is.
Mijn ervaring met bokstherapie
‘Hoe voelt het, in de ring?’ ‘Wel chill’, zeg ik. Pas later begrijp ik dat de ring een mooie metafoor is voor mijn eigen visuele ruimte.
Marcel stelt directe vragen, waardoor we meteen in een serieus en interessant gesprek komen. Het is confronterend, maar ook heel raak. En alhoewel ik me bij Marcel wel op mijn gemak voel, klap ik toch dicht wanneer het me te emotioneel wordt. Marcel kan goed lichaamstaal scannen, en spiegelt me dit direct voor. Mijn lichaamshouding straalt precies uit wat er vanbinnen gebeurt. En dit herken ik uit mijn dagelijks leven. We stappen buiten de ring om wat oefeningen te doen en bewust te kijken naar de houding van mijn lichaam, die nu reageert op het gesprek dat we zojuist gevoerd hebben.
Ik raak geïrriteerd, op de situatie. Op het heen en weer lopen in de houding waarin ik gesloten en op slot ben, en vervolgens het heen en weer lopen in een houding waarvan ik dénk dat ik meer (adem)ruimte heb. Alhoewel ik weet dat de irritatie meer vanuit emotie komt, vind ik het op dat moment een stomme bedoeling en is het makkelijker om mijn irritatie op die oefeningen te schuiven. ‘Ik weet heus wel hoe ik moet ademen naar mijn buik hoor. Ik doe yoga, heb zangles gehad’. ‘Gelukkig zeg, dat scheelt me een hele les aan uitleg’, zegt Marcel grappend. Ik vervolg serieus: ‘Alleen lukt het pas als ik er op focus. En als ik er niet bewust op let adem ik meteen weer te hoog en verkrampt.’
Ontspan
Daarom weet ik ook prima hoe ik een ontspannen houding aan moet nemen. Alleen het aanhouden ervan is en dingetje. ‘Wat voel je in deze houding?’ ‘Ruimte’, antwoord ik. ‘Maar ik denk, dat juist door het ontstaan van die ruimte, ik dingen voel waar ik nog steeds voor weg ren, en daardoor onbewust steeds weer in de gesloten houding keer.’ Marcel noemt het een schild waar je door heen moet. ‘Je krijgt een gevecht tussen beiden houdingen. Helpt die gesloten houding je verder? Nee.’ Het bewust opmerken hiervan is een stap in de goede richting.
Na het open gesprek en de oefeningen, stappen we de ring weer in. Ik spreek eerlijk uit dat ik geïrriteerd ben op de situatie, omdat ik denk ‘waar ben ik mee bezig?’. ‘We kunnen stoppen hoor. Je bent vrij om te gaan’, is Marcel zijn antwoord. ‘Ik vlucht niet’, zeg ik.
Boksen zelf is minstens net zo interessant, want ook de houding die ik hier in eerste instantie aan neem, weerspiegelt hoe ik mezelf opstel. ‘Je staat bescheiden’, merkt Marcel op. En dat is niet het enige: Ik bescherm mezelf slecht, gebruik mijn armen niet in hun volledige lengte. Ik sta verstijfd aan de grond genageld, waardoor mijn lichaam maar weinig bewegingsruimte heeft. Mijn adem houd ik in. Ik ben krampachtig in mijn pasjes. Ik kan elk moment omvallen. ‘Word je vaak geraakt, in het dagelijks leven?’. ‘Ja.’ ‘Je mag jezelf ook veel meer dekking geven. Je staat wagenwijd open. Kijk hoe wijd je armen staan. Je moet het zien als een jas, je rits heb je helemaal open tot hier’, waarbij hij zijn middenrif aanwijst, ‘terwijl je hem echt wel wat vaker tot aan je keel mag sluiten’.
Positief
Het is super fijn om tegenover Marcel te staan. Hij ziet heel goed wat er met mijn lichaam gebeurt en weet dit duidelijk te verwoorden. Ik herken me iedere keer in wat hij zegt. In communicatie is hij heel relaxt en droog, waardoor ik veel moet lachen. Dat maakt mij ontspannen. De laatste ronde begin ik eindelijk wat losser in mijn houding te staan.
De opdracht die ik mee krijg: de ontspannen houding meer toepassen, bewustwording hierin wanneer ik in de gesloten houding sta. En het daarbij toelaten van de emotie die vrijkomt als ik ontspan. Het was een boeiende, eerste les. Ik weet zeker dat ik hier veel aan ga hebben.